top of page

Ontdekt Departement Omgeving een PFAS-probleem in de ISVAG-omgeving?

Het Departement Omgeving – AGOP Vlaanderen stelt in zijn advies m.b.t. het ISVAG-wijzigingsverzoek vast dat het project-MER niet voorziet in een termijn van 20 jaar. Toch zien de betrokken ambtenaren geen graten in een nieuwe vergunning voor “nogmaals 20 jaar afvalverbranding tussen de mensen”. Meer nog. AGOP Vlaanderen stelt dat, gezien de geplande aanzienlijke investeringen, een afschrijvingstermijn van 30 jaar normaal is.


AGOP Vlaanderen is blijkbaar eerder financieel expert dan milieuexpert, want in haar advies verder geen woord over het ontoereikende project-MER, waarmee het ISVAG-wijzigingsverzoek niet alleen volgens ons, maar ook volgens de OVAM, volkomen conflicteert…

En ook geen woord over de verplichting om, precies omwille van de geplande aanzienlijke investeringen, een kosten-baten analyse op te maken in overeenstemming met het desbetreffende Ministerieel Besluit. Erg raar, want wij kennen écht geen enkele bank die aan een bedrijf een aanzienlijke lening verstrekt zonder een gedegen financieel plan…


Allicht omwille van de anderhalf jaar geleden losgebarsten PFAS-problematiek, waarin de Vlaamse milieuadministraties een zware verantwoordelijkheid torsen, stelt AGOP Vlaanderen wèl voor in de ISVAG-vergunning de volgende bijzondere voorwaarde op te nemen:


"De exploitant evalueert binnen een termijn van 6 maanden welke reductietechniek(en) best geïnstalleerd word(t)(en) en welke aanpassingen aan de installatie moeten uitgevoerd worden om een optimale NOx-reductie te bekomen, gekoppeld aan een optimaal energierendement en een optimale verhouding NH3/NOx. Deze evaluatie gaat eveneens gepaard met het resultaat van representatieve metingen van de aanwezigheid van PFAS in de afgassen en een boordeling van de aanvaardbaarheid hiervan inclusief een voorstel tot maatregelen, moest dat nodig blijken. De exploitant bezorgt dit rapport binnen de 6 maanden na datum van dit besluit ter evaluatie aan de afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten van het departement Omgeving (gop.ant.omgeving@vlaanderen.be), en de afdeling Ecologisch Toezicht van de Vlaamse Milieumaatschappij (vergunningen@vmm.be)."


Met andere woorden: We weten het niet zeker, maar we maken ons toch enige zorgen rond de aanwezigheid van deze ‘forever chemicals’ in de Aartselaarse en Wilrijkse omgevingslucht.

Van een overheid die over het leefmilieu en de gezondheid van de Vlaming gaat, mag minstens worden verwacht dat ze bij wetenschappelijke onzekerheden handelt overeenkomstig het Europese voorzorgsbeginsel, zoals vermeld in artikel 191 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dit beginsel beoogt een degelijke milieubescherming met dank aan preventieve besluiten in geval van risico. In de praktijk echter is het toepassingsgebied van het beginsel veel ruimer en strekt het zich tevens uit tot het consumentenbeleid en het beleid van de Europese Unie (EU) inzake voedingsmiddelen, de gezondheid van mensen, dieren en planten.


Volgens de Europese Commissie mag het voorzorgsbeginsel worden toegepast wanneer een verschijnsel, een product of een procédé schadelijke gevolgen kan hebben, vastgesteld door middel van een objectieve, wetenschappelijke evaluatie, en indien deze evaluatie niet met voldoende zekerheid kan worden bepaald.


Het voorzorgsbeginsel indachtig, zou men bijgevolg mogen verwachten dat AGOP Vlaanderen het verlenen van een vergunning om de ISVAG-oven verder te exploiteren afhankelijk zou stellen van een objectief, wetenschappelijk onderzoek inzake de aanwezigheid van PFAS (POP’s) in de rookgassen van de ISVAG-roosteroven. En dat pas wanneer uit dit onderzoek zou blijken dat er helemaal geen (PFAS-)probleem is, de vergunning ten volle uitwerking kan krijgen


Potentiële gezondheidsgevolgen:


Op de website van Domus Medica lezen we i.v.m. de gezondheidseffecten van de blootstelling aan PFAS het volgende:


"Voor de volgende gezondheidseffecten bestaat evidentie voor een associatie gebaseerd op epidemiologische studies (EFSA 2020):


  • Het immuunsysteem (bij kinderen) is het meest gevoelig. In hoeverre gezondheidseffecten zoals sneller en vaker ziek worden ook echt optreden, is niet te zeggen.

  • Effecten op de ontwikkeling van het ongeboren kind: lager geboortegewicht.

  • Verhoogde cholesterolgehalten.

  • Verstoring van de leverwerking: verhoging van het leverenzym ALT.

Daarnaast werden er in epidemiologische studies ook gezondheidseffecten bestudeerd, die wel gevonden werden in proefdieren, maar waarvoor (nog) weinig of geen evidentie voor een associatie bestaat bij de mens (EFSA 2020):


  • Effecten op de voortplanting: minder kans om zwanger te worden.

  • Verhoogd risico op hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap en pre-eclampsie.

  • Verstoring van de hormonenbalans van het lichaam: daling van schildklierhormonen (door de Duitse HBM-commissie wel aanzien als gekende associatie).

  • Invloed op groei, leercapaciteit en gedrag van kinderen.

  • Verhogen van het kankerrisico voor o.a. nier- en testiskanker."


Het is duidelijk dat onze strijd lijkt langsom meer tegen windmolens lijkt te gaan en dat er blijkbaar heel wat molenaars bij de Vlaamse milieuadviesinstanties actief zijn!

Mogen we dan écht alleen nog heil verwachten van een minister die haar ambtenaren overruled of van de Raad voor Vergunningsbetwistingen, die eerder al in een ISVAG-beroepsdossier besloot dat de adviezen van het VEA inzake de KBA (motivering), van de Gewestelijke Omgevingscommissie inzake de wetgeving behoorlijk bestuur (hoorplicht) en de goedkeuring door van de dienst MER van het project-MER (alternatievenonderzoek) onwettig waren? Want telkens strijdig met de wetgeving die deze specialisten nochtans als hun broekzak dienden te kennen.



bottom of page